Cryptografie

[home]

Cryptografie is letterlijk de kunst van het verborgen schrijven. Vroeger gebeurde dat door de tekst zelf te verbergen of te vervangen door geheime symbolen, maar tegenwoordig zijn vooral wiskundige technieken populair. Een voorbeeld hiervan: Het RSA-systeem is in 1978 ontwikkeld door de cryptografen Riverst, Shamir en Adleman. Het is gebaseerd op het principe dat het vermenigvuldigen van twee priemgetallen bijzonder moeilijk is. RSA is een publiekesleutelsysteem. De gebruiker geneert twee sleutels (die samen een sleutelpaar vormen), waarvan hij er eentje kan publiceren en de andere strikt geheim moet houden.

In de cryptografie is het algoritme, samen met de gebruikte sleutel, het belangrijkste voor de veiligheid. Door middel van een cryptografisch algoritme en een sleutel kan een tekst ( de “brontekst”) worden getransformeerd tot een onleesbare brij van tekens ( de “codetekst”). De ontvanger moet opnieuw het algoritme en een sleutel gebruiken om de brontekst weer terug te krijgen.

Er zijn twee soorten cryptografie:

• Geheime- sleutel cryptografie, waarbij zender en ontvanger dezelfde sleutel gebruiken.

• Publieke- sleutel cryptografie, waarbij twee verschillende sleutels nodig zijn.

De ene sleutel (de publieke) mag aan iedereen bekend worden gemaakt, de andere (de geheime) moet de ontvanger strikt geheim houden. Met de publieke sleutel kan de zender de brontekst omzetten in de codetekst, en met de geheime sleutel kan de ontvanger de brontekst weer terugkrijgen.

[top]